Nokia 5130 XpressMusic - Toepassingen die op de achtergrond worden uitgevoerd

background image

Toepassingen die op de achtergrond worden

uitgevoerd

Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra

batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.

Aan de slag

© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

13

background image

3. Oproepen

Oproepen plaatsen en beantwoorden

Als u iemand wilt bellen, voert u het telefoonnummer in, eventueel inclusief de landcode

en het netnummer, en drukt u op de beltoets. Druk op de volumetoetsen om het volume

van het luistergedeelte of de hoofdtelefoon aan te passen tijdens een telefoongesprek.
Druk op de beltoets om een binnenkomende oproep te beantwoorden. Als u de oproep

niet wilt beantwoorden, drukt u op de toets Einde.

Luidspreker

Selecteer Luidspr. of Normaal om de luidspreker of het luistergedeelte te gebruiken

tijdens een gesprek. Deze voorzieningen zijn mogelijk niet op alle uitvoeringen

beschikbaar.

Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker

wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

Snelkeuzetoetsen

Als u een telefoonnummer wilt toewijzen aan een van de cijfertoetsen 2 tot en met 9,

selecteert u Menu > Contacten > Snelkeuze, bladert u naar het gewenste nummer

en selecteert u Wijs toe. Voer het gewenste telefoonnummer in of selecteer Zoeken

en een opgeslagen contact.
Als u gebruik wilt maken van snelkeuzetoetsen, selecteert u Menu > Instellingen >

Oproepen > Snelkeuze > Aan.
Als u een nummer wilt bellen via een snelkeuzetoets, drukt u in de stand-bymodus op

de gewenste cijfertoets en houdt u deze ingedrukt.

4. Tekst invoeren

Tekstmodi

Voor het invoeren van tekst (bijvoorbeeld in SMS-berichten) kunt u gewone tekstinvoer

of tekstvoorspelling gebruiken.
Houd tijdens het schrijven Opties even ingedrukt om over te schakelen van gewone

tekstinvoer (aangeduid met

) naar tekstvoorspelling (aangeduid met

) en

omgekeerd. Tekstvoorspelling is niet voor alle talen beschikbaar.
Hoofdletters en kleine letters worden aangegeven door

, en

.

Als u van hoofdletters wilt overschakelen op kleine letters of omgekeerd, drukt u op

#. Als u van letters wilt overschakelen op nummers (aangeduid met

) houdt u #